Ontstaan van de huidige parochiekerk

R.K. KERK, bij de bouw gewijd aan de Zoete Naam Jezus, gebouwd in 1955/1956 en geconsacreerd in 1957. Sinds het einde van de jaren “80 van de twintigste eeuw dragen kerk en parochie de naam “San Salvator”, de naam van haar voorgangers op deze plek. Zij is gebouwd op de plaats van meerdere voorgangers, waarvan de laatste in de tweede wereldoorlog verwoest werd. De kerk is beeldbepalend gelegen in het centrum van het dorp Oeffelt, omgeven door historische bebouwing aan het Kerkplein en aan drie zijden door een begraafplaats. De kerk is gebouwd in de stijl van de eerste periode van de Bossche School, naar ontwerp van Ir. Nico van der Laan, een broer van Dom Hans van der Laan, en wordt gekenmerkt door toepassing van vormen uit de vroegchristelijke traditie. Het kunstsmeedwerk is van de hand van J. Noyons uit Utrecht, het glas-in-lood van Marius de Leeuw uit ’s Hertogenbosch, het beeldhouwwerk van Niel Steenbergen uit Teteringen. Op de voorgevel een reliëf dat in de jaren ’80 is aangebracht, naar ontwerp van Br. Orestes (Thomas Smids). In het laatste decennium van de twintigste eeuw is het priesterkoor vernieuwd naar ontwerp van Rik van der Laan, een zoon van de architect, in een stijl geïnspireerd op de Bossche School.

Omschrijving

Kerkgebouw in driebeukige basilicavorm, geheel opgetrokken uit mergelsteen met toepassing van beton voor raamstrekken en lijsten. Het schip heeft een zadeldak, gedekt met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen; de zijbeuken en sacristie zijn plat gedekt. Aan de linkerzijde, naar achteren geplaatst, een ronde toren met laag tentdak, door een korte gang verbonden met de kerk; onderin de toren de doopkapel. De vlakke koorgevel heeft een thermenraam met in glas-in-lood een kruis, de zijgevels hooggeplaatste, met drieën gekoppelde ramen, de lichtbeuk vierkante vensters en de toren langwerpige, allen gevuld met glas-in-lood met gestileerde motieven uit de natuur. In één van de glas-in-loodvensters een madonnavoorstelling. Aan beide zijgevels uitgebouwde biechtstoelen; tegen de biechtstoel rechts bevindt zich de gedenkplaat voor in de oorlog omgekomen Oeffeltse burgers; aan de rechter zijgevel, naar achter geplaatst, de sacristie die tweedelige gekoppelde vensters heeft en een houten buitendeur, en door een korte gang verbonden is met de kerk. De voorgevel heeft ter plaatse van de zijbeuken spaarvelden en voor het schip een open voorhal met kolommen in hetzelfde ritme. In de hal een forse houten toegangsdeur met geprofileerde omlijsting, en een gevelsteen met daarboven de eerste steen van de verwoeste kerk. In het interieur vlakke plafonds. Ronde zuilen met deklijst scheiden de zijbeuken af. In het schip twee rijen banken die voor de kerk zijn ontworpen. De zangerstribune heeft een houten borstwering met reliëf. Aan weerszijden van de ingang zijn natuurstenen kwart achthoekige wijwatervaten in de hoek van de muur geplaatst. In de verlaagde doopkapel op een verhoging een natuurstenen zeshoekig doopvont met messing siersmeedwerk. Achter het aangepaste priesterkoor tegen de koorwand een stenen ombouw met deurtjes waarin het van siersmeedwerk voorziene tabernakel. Op de zijaltaren, tegen de achterwand van de zijbeuken beelden van respectievelijk de H. Maria en het H. Hart. Het vlakke houten plafond van de sacristie rust op ronde zuilen met deklijst.

Waardering

Kerkgebouw in de stijl van de vroege Bossche School, van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang als essentieel toonbeeld van de wederopbouwperiode in Nederland.
– Als gaaf en herkenbaar voorbeeld van toepassing van traditionele vormen in de vernieuwende ontwerpprincipes van de Bossche School.
– Vanwege het bijzondere materiaalgebruik, namelijk mergel.
– Als typerend en voldragen voorbeeld uit de eerste periode uit het oeuvre van architect Nico van der Laan.
– vanwege de bijzondere esthetische kwaliteiten in samenhang met de toegepaste kunst.
– vanwege de karakteristieke ronde toren, die het dorp reeds van veraf identiteit verleent.
– vanwege de harmonische inpassing in de historische bebouwing van het kerkplein, op een reeds eeuwenlang met een kerk bebouwde plek, omgeven door een begraafplaats.

Pastoors en kerken van Oeffelt:

Zo kennen we uit circa 1242 Johannes van Bracke, uit 1438 rector Johannes, uit 1439 Symonis de Beremont, uit 1441 Rutgeris de Blitterswyc, uit 1485 Wilhelmus van der Horst, uit de jaren circa 1510-1524 Arnoldus Neutkens en uit 1556 zelfs vier namen tegelijk: Johannes Hose, Henricus Oelisleger, rector Johannes de Vivario en Henricus de Porta. Eén van deze altaarbedienaars kennen we ook als pastoor rond 1485, namelijk Rutgeris de Blitterwyc  (zoon van Leonis van Blitterswijck 1419-1438, pastoor van Grave) die tussen 1441-1445 als subdiaken een altaar in Offelt (Brakel) bediende.

De andere pastoors waren:

Gerardus Ekers 1401  
Johannes 1439 plaatsvervanger Simon de Beermont
1438-1438
Rutgerus Leonis van Blitterswijck 1441-1485  
Joannes van der Haegen 1510-1547  
Johannes Hose (Hoze) 1524-1556  
Gerardus Weijers 1582-1613   
Henricus Vosmerius 1613-1634   
Henricus Kerckhof 1634-1644  
N.N. Scherbeek 1644-1646  
Jacobus Henrici 1646-1650  
Joannes Drijhuijsen 1650-1663  
Hubertus van de Camp 1663-1683  
Arnoldus Cornelis Krift 1683-1728 uit Oeffelt 
Joannes Wijnandus Vermeer 1729-1767 uit Cranenburg
Arnoldus Vosch 1768-1773 uit Uden
Theodorus Henricus van Ackeren 1773-1812 uit Meer bij Kleef 
Joannes Henricus Fenneker 1812-1842 uit Rees
Joannes Cor.  Ant. Wilh. Walter 1842-1861 uit Grave
Petrus Philippus Thijssen 1861-1879 uit Nijmegen
Wilhelmus Henricus van Heeswijk 1879-1915  
Petrus de Jong 1915-1931  
Antonius Franciscus Josephus van Amstel 1931-1951  
Wilhelmus Cornelis Quinten 1951-1976  
C. Peijnenburg 1976-1984  
H.W. van Breemen 1985-4-2-2009 (overleden)  
Harrie Tullemans vanaf 2010-nu